Mijn moeder is een eind in de negentig, lief, zwak, broos en breekbaar, maar haar geest is uitermate helder. Tweemaal per week zoek ik haar in ’s-Gravenzande op. Ze is zich goed bewust van haar kwetsbaarheid en heeft er vrede mee als het einde daar is. Het is plezierig haar te bezoeken. Ze overdenkt haar leven en de vele rampen daarin, maar over onze reacties op de corona kan ze zich nogal opwinden.
In haar leven heeft ze het nodige meegemaakt. In de jaren twintig geboren maakten haar ouders de ramp van de beurskrach in New York (1929) mee. Na die ramp kwam de ellende van de jaren dertig, gevolgd door de donkere jaren veertig: de Tweede Wereldoorlog. Daarna was het nog niet voorbij. Want haar vriendje, mijn helaas overleden vader, ging naar Indonesië. Even later kwam daar Korea bij aan het begin van de jaren vijftig.
Nog niet thuis uit Korea is daar in 1953 de watersnoodramp in Zeeland. Ondertussen vecht Frankrijk zijn eigen oorlogen in Dien Bien Phu (Vietnam) en is er ook in Algerije een onafhankelijkheidsstrijd aan de gang (en op nog veel meer plaatsen in die tijd). Daarna komt rond 1960 de Nieuw-Guineakwestie tot een hoogtepunt. Nederland stuurt militairen naar dit koloniale gebiedsdeel. Daarna begint het in Vietnam opnieuw, gevolgd door de Balkan in de jaren negentig. En weer later Irak, Iran, Afghanistan, Syrië en… etc.
Momenteel is er een enorme opluchting omdat de lockdown steeds meer wordt losgelaten. Mensen, in de rij voor de Efteling, vertellen voor het journaal dat het hoog tijd is voor iets anders. Ze zijn het na twee maanden spuugzat. We hebben al twee maanden niet meer op een terras kunnen zitten. Tegelijk komen de meesten van ons niets tekort. Met de meesten gaat het erg goed. We hebben bijna allemaal een dak boven ons hoofd, voldoende te eten en toegang tot alle mogelijke voorzieningen. Mijn moeder vraagt zich af waar de mensen zich druk over maken: twee maanden geen Efteling of terras! Waar hebben zij het in ’s hemelsnaam over?
Als ik na het bezoek aan mijn moeder thuis kom, spring ik op de fiets om nog even iemand te bezoeken in Tienhoven. Het hele gesprek van de afgelopen middag gaat door mij heen. Als ik van mijn bezoek over de Middenweg dwars door de Bethunepolder weer naar huis fiets, krijg ik een lekke band. Wat ik op dat moment denk zal ik niet opschrijven. Maar even later ga ik wandelend verder met een prachtige ondergaande zon in het Westen. Komt de wijsheid dan toch met de jaren? Maar moeten wij daar eerst negentig voor worden?
ds. Piet Vellekoop (0346) 556659,
www.ontmoetingskerkmaarssen.nl, www.kerktienhoven.nl