We gaan weer een nieuwe periode in met versoepelingen, ook in de kerk. Fijn om weer met meer mensen te mogen zien als je gezondheid dat toestaat. Fijn om weer wat meer mensen te mogen begroeten in de diensten. Fijn om weer in het gebouw te zijn, of fijn om weer wat meer bekende gezichten te zien bij de uitzendingen ( we zullen zwaaien!). Maar het blijft natuurlijk behelpen.
Gelukkig hebben we de bijbelteksten die gewoon doorgaan en het kerkelijk jaar en wordt het ook gewoon zomer. Het was bijzonder om de afgelopen weken mee te reizen met het volk Israël in de woestijn met de verhalen uit de boeken Exodus. Die verhalen lazen we niet voor niets in de veertigdagentijd en van pasen tot pinksteren omdat ze de bodem vormden van het joodse paasfeest (pesachfeest) en pinksteren (het wekenfeest). Op het wekenfeest herdenken joodse gelovigen dat Mozes op de berg de 10 leefregels kreeg die daarna onder alle mensen van het volk verspreid werden als een herinnering en aansporing om iets goeds te maken van je leven. Het pinksterfeest zo vonden de eerste christenen, die grotendeels ook joods waren, zet die gedachte voort. Gods geest werd uitgestort, de blijde boodschap van de opstanding (dat je opnieuw mag beginnen) werd vanaf die dag verspreid over alle geloofsgenoten en ver daarbuiten. In Christus is er geen slaaf of vrije, geen jood of griek, geen man en vrouw, voor Christus is elk mens een kind van God.
Dat is de basis van de boodschap die de joods-christelijke traditie de mensheid gebracht heeft en die haaks stond op wat voor de mensen in het Romeinse rijk vanzelfsprekend was. De basiswaarde van elk mens, het is de grond geworden voor de westerse cultuur en later van de rechten van de mens. Het is goed dat we met pinksteren opgeroepen worden daarnaar te leven. Met blank en zwart op te komen voor de waarde van elk mens. En daar verandert de coronatijd niets aan.
Ds. Corinne Groenendijk