januari 2020

Blij was ik met de volle vieringen in de Kerstnacht in Tienhoven en op de Kerstmorgen in Maarssen. In tegenstelling tot andere vieringen is het plotseling heel erg druk in de kerk. Heerlijk!
Tegelijk flitst het door mij heen hoe al die mensen, toch ergens op zoek naar iets, op een goede manier (weer) geënt kunnen worden op deze unieke bron van de Kerstnacht. Wat zijn het voor momenten dat je terug verlangt naar je bron?
Vaak is dat wanneer er iets te vieren valt of iets te verliezen is. Met name bij dat laatste word je bijna gedwongen om te zoeken naar een basis waarop je kunt staan. Of hoe je een stap kunt zetten in de goede richting. Of zoeken naar een bron die het leven weer zin en inhoudt geeft. Soms graaft het niet zo diep bij feestvreugde; als in de Kerstnacht. Maar wanneer er iets verloren is zoeken mensen soms weer naar een (nieuw) ijkpunt.
Het is vaak afhankelijk van de persoonlijkheid waar die bron wordt gevonden. Er zijn meerdere bronnen. Misschien is hij in jezelf te vinden. In je eigen wil om door te gaan, om door te leven. Je wilt je leven niet zomaar verloren laten gaan, tussen je vingers door laten glippen. Soms wordt de bron gevonden bij anderen die een eindje meelopen. Iemand die krachten en mogelijkheden in je wakker roept, die je nog niet had ontdekt.
Tijdens het Kerstfeest heb ik vaak gedacht dat de mensen de bron wellicht toch weer bij de God van de Kerstnacht zoeken: het Christuskind. Het verhaal van een God die mensen niet verlaat, ook al heeft het er soms alle schijn van. Misschien kan zowel de geboorte van Christus in zoiets laags als een stal, maar niet minder ook de aan-/afwezigheid van zijn Vader bij zijn lijden en sterven daarbij een ‘eye-opener’ zijn. Maar je moet, geholpen door wie of wat dan ook, het allemaal wel zelf willen. En dat kan dan na de Kerstnacht of Kerstmorgen soms een taai en moeizaam proces zijn. Terug naar de bron en drinken, om van daaruit weer op weg te gaan. Zelfs als die bron een stal is.

ds. Piet Vellekoop

Geplaatst in Van over het Water.