Het achterste van je tong laten zien
Het jaarthema in onze gemeente is dit jaar een ‘goed gesprek’. Ik bedacht me daarbij dat er mensen in mijn leven zijn die ik jarenlang regelmatig ontmoet, maar waar ik nog nooit een goed gesprek mee heb gehad. Ik denk bijvoorbeeld aan mijn tandarts.
Hoewel mijn tandarts mij regelmatig aanmoedigt mijn mond open te doen en het achterste van mijn tong te laten zien, lig ik daar altijd met een mond vol tanden. En ook als de tandarts mij daarna ook nog eens aan meer dan één tand voelt, komt er bij mij geen zinnig woord uit. De tandarts zelf daarentegen is altijd volop aan het woord. Niet zozeer tegen mij maar tegen een onzichtbare assistente.
Wat hoor je de tandarts dan tegen de assistente zeggen? Nou bijvoorbeeld dit:
“Ik zie een ekstrand score 3 op het occlusale vlak van de 36 en de 27, een dentinelaesie ICDAS 4 bij de 45 distaal. Intra-oraal zie ik daar dof, wit glazuur, met cavitatie tot in het bruinverkleurde en zachte dentine en een verloren contactpunt met de 44 mesiaal. We gaan ze alle drie restaureren: V50, twee keer een V91, een V92, en driemaal een A10.” *
Het is net alsof de tandarts de winnende bingonummers noemt maar dan anders. Ieder getal bij de tandarts is niet een kleine kans op bingo en een mooie geldprijs maar op een gegarandeerde rekening in een fleurige envelop van Famed. Die kun je natuurlijk missen als kiespijn.
Het is misschien een troost dat een gezond gebit ook helpt om goede gesprekken te kunnen voeren. En dat je bij de tandarts leert om geduldig te luisteren, belangrijk voor een goed gesprek. Zoals ook in Jakobus 1:19 staat: ‘Ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken.’ Laat ik daar nog maar eens een tandje voor bij zetten.
* met dank aan Juliette Stolze, student aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) voor de getallen en codes die tandartsen gebruiken
Jochem Stuiver