maart 2018

In de Kerk op weg van december 2017 deed ik een oproep om teksten in te sturen om hier te delen. Als een ‘kerkproeverij’, proeven en delen van de teksten die iets betekenen voor de lezers van dit kerkblad. Dit wordt de laatste bijdrage in deze ‘kerkproeverij-serie’ met dank aan allen die mij wat hebben toegestuurd. Niet alles kon ik hier plaatsen maar de andere teksten komen vast nog wel eens terug op een ander moment of in een preek.

 

De schat van Rabbi Eisik.

Rabbi Eisik uit Krakau, zoon van Rabbi Jekel kreeg op een dag een droom.

Hij droomde drie keer dat onder de brug van Praag een schat verborgen lag.

Omdat ze het nogal arm hadden thuis ging hij de lange weg naar Praag.

Maar bij de brug stonden dag en nacht wachtposten en durfde hij niet te graven.

Toch kwam hij elke morgen naar de brug en zwierf daar tot de avond rond.

Eindelijk vroeg de hoofdman van de wacht, die had gezien dat hij iedere dag daar rondliep, hem vriendelijk of hij hier iets zocht of op iemand wachtte.

Rabbi Eisik vertelde daarop welke droom hem uit het verre land hierheen had gevoerd.

De hoofdman lachte: ‘En zo ben jij, arme drommel, met lompen aan je voeten, vanwege een droom hierheen getrokken?! Ja, wie vertrouwt er nu ook op dromen!

Dan had ik zeker ook op pad moeten gaan toen mij eens in een droom bevolen werd naar Krakau te reizen, en in de woning van een zekere jood, Eisik, zoon van Jekel, onder de haard naar een schat te zoeken.

Ik zie mezelf al daarheen gaan, waar de ene helft van de joden Eisik en de andere helft Jekel heet, en daar alle huizen openbreken!’ En weer lachte hij.

Rabbi Eisik boog, keerde naar huis terug, groef de schat op die onder zijn eigen haard bleek te liggen en bouwde daarvan een synagoge, die tot op de dag van vandaag de Rabbi Eisik-Jekelszoon-sjoel heet.

JS

 

Geplaatst in Van de Waterkant.