Op zondagavond 10 december wisten ruim 30 mensen toch nog door de sneeuw naar de wake voor verdronken vluchtelingen te komen. Vanwege het weer hielden we de wake binnen in de Open Hof. Staande in een kring werd gezongen, gebeden, er vloeiden tranen, we staken kaarsen aan, herdachten de naamlozen en Ahmad las het gedicht voor dat hij speciaal voor deze wake had gemaakt.
Na afloop liepen we door de sneeuw over de brug over het water naar de Amnestree en staken onze rozen in de boom. Dat wij mogen bouwen aan bruggen van vertrouwen. Over de woelige wateren van onze wereld. Opdat het lente mag worden voor alle mensen op aarde.
Tussen de Egeïsche Zee en Mytilene
Gewoon een bodem vol modder
Depressieve wortels laten hun sporen na
Op de sinds de Griekse oudheid vergane schepen
Vissers van beide kanten – de vijanden van gisteren – werpen hun netten uit
Ze roken met diepe teugen
En staren heimelijk naar het strand
Witte meeuwen vliegen zoals altijd boven de plaats
Om te herinneren aan de kleur van de lijkwaden van de aangekomenen
Mytilene zondert zich eenzaam af als een weduwe
Aan de overkant
Met zijn kerk met het oude koperen kruis
De straling van de zon reflecteert als baken
Om de dolenden te wijzen naar de juiste bestemming
Midden in deze poëtische drukte
Staat een oude non alleen
Elke morgen staat ze op
Kijkt naar de aangekomenen in hun doodsschepen
Luidt de klok vol treurnis
Bidt voor de zielerust van hen die verdrinken
Begiet de bloemen elke morgen
Dan gooit ze hen in de zee
De zee smacht naar bloemen
Is het niet mooi om één bloem te vinden
Die groeit in deze uitgestrekte zee?
Ahmad Osman