Het is fascinerend om te reizen.
Het is nog boeiender om dat te doen tussen leeftijdgenoten van de leeftijd van je kinderen of jonger. Ook op Cuba ontmoette ik weer een aantal jongeren voor een jaar op wereldreis.
De motieven om te gaan reizen zijn nogal verschillend. Maar een soort grootste gemene deler is toch: loskomen van alles waaraan je vastzit. De maatschappij waarin je leeft, de universiteit waaraan je studeert, de familie waartoe je behoort. Ook een veel gehoorde opmerking is ‘om jezelf te vinden’.
Nu weet ik nooit wat ik me daarbij voor moet stellen. Maar het heeft wel iets te maken met een onvrede in het gewone dagelijkse bestaan. Waar ze waarschijnlijk dus ook de rest van hun leven mee te maken zullen hebben…
Het is dus gewoon het verhaal van de verloren zoon. Ze voelen zich opgesloten in hun leven, willen weg, vluchten, zoeken zichzelf, leven van grillen, schrijven blogpoëzie en -literatuur, en redeneren van uit een verlangen. Daarmee denken ze zichzelf te vinden. Het is wellicht mogelijk.
Wonderlijk vind ik het echter hoe ontzettend veel contact er is met het thuisfront. Velen hebben dagelijks contact en klagen steen en been als er geen internet of telefoon is. Maar ook als iets anders gaat dan thuis. Een bus vertrekt niet, een vliegtuig komt niet, o.i.d. Soms verlang ik terug naar de zondes van mijn jeugd. Ooit was ik ook een verloren zoon. Met een vriend ging ik op de fiets naar Texel. Voor minderjarigen was dat wel verantwoord in 1970. Vijf dagen later belde ik mijn moeder dat we op de Champs-Élysées fietsten in Parijs. En dat we dus onmogelijk voor zondag terug konden zijn. Ik zal niet herhalen wat er door de telefoon is gezegd. Maar bij thuiskomst feliciteerde mijn vader me. Want hij had wel door dat ik mezelf aardig was tegengekomen. En het kostte in ieder geval geen studiejaar.
P.G. Vellekoop