Schrijnend straattheater
Iedereen die wel eens in Utrecht gaat winkelen komt ze tegen: bedelaars. En dan bedoel ik niet de daklozen, maar mensen met meestal een duidelijk zichtbare handicap. Ze vallen direct op. Zij zitten stil en gebogen op de grond terwijl iedereen om hen heen rechtop beweegt. Voor een extra zielig effect is er soms ook nog een mager hondje bij. Je kunt zien dat over de aankleding en presentatie is nagedacht. Een paar weken terug zag ik in Utrecht een bedelende vrouw die verlamd was (dat stond in gebrekkig Nederlands op een bordje). Op mijn terugweg zag ik haar plotseling opstaan en verder lopen! Een wonder? Nee, straattheater van het slechtste soort.
Er blijkt een hele organisatie achter te zitten. Deze mensen worden door ronselaars uit Oost-Europa gehaald. Iedere morgen worden ze met een busje op strategische punten in de grote steden afgezet. Op straat moeten ze dan zoveel mogelijk geld bij elkaar bedelen. Een klein deel mogen ze houden, de rest gaat naar de ronselaar. Het is dat deze mensen soms letterlijk geen benen meer hebben om op te staan, maar je kunt ze vergelijken met prostituees die moeten tippelen voor een pooier. Ook deze mensen worden uitgebuit en verkopen hun lichaam.
Wat kun je doen als je hen ontmoet? Van deskundigen hoor ik dat je ze beter geen geld kunt geven. Als je wel geld geeft, blijft dit schrijnende straattheater rendabel en blijven deze mensen uitgebuit worden. Geld kun je dus beter niet geven, maar wat dan? Het beste zou zijn om samen wat tijd door te brengen. Door naast hen te gaan zitten voor een praatje en kopje koffie. Wat is je naam, waar kom je vandaan, hoe is het om zo op straat te zitten, ben je bang of eenzaam? De ander niet zien als een probleem en jezelf als de oplossing, maar samen praten over wat je bezig houdt. Van elkaars leven leren. Dat zou ideaal zijn, maar meestal neem je daar niet de tijd voor. Dan is er altijd nog de groet. Ik moet denken aan de woorden van moeder Teresa: ‘Een vriendelijke groet hoeft slechts kort te duren, maar de echo kan nog jaren doorklinken’. Daar kun je voor kiezen. Iemand aankijken en in je groet of glimlach laten blijken dat je gelooft dat hij of zij meer is dan de rol die hij speelt of moet spelen. Zoals Jezus altijd meer in mensen zag dan direct te zien was. Zo geef je iemand de kans te worden wie hij of zij is. Dat is misschien wel het mooiste geschenk.
Jochem Stuiver