Op deze pagina zal iedere leesweek een leeshulp worden geplaatst. Een team van theologen uit verschillende kerken zal daarin gedachten meegeven die je kunnen helpen bij je leestocht.
Leeshulp – week 32 11 – 17 oktober 2015 |
Mattheus
Fijn dat je nog niet bent afgehaakt bij de Bijbeluitdaging. Het grootste deel zit er nu op. Van de 66 boeken die de Bijbel rijk is, heb je er 39 gelezen. Nog 27 te gaan.
We maken een sprong in de tijd van ongeveer 400 jaar. Dat is de zogenaamde intertestamentaire periode. En we beginnen nu aan het Nieuwe Testament. Het Nieuwe Testament startte met vier evangeliën.
Vier boeken die de verhalen vertellen over Jezus. Het goede nieuws dat met Hem in de wereld kwam, wordt verteld in deze boeken. In de eerste drie van de vier boeken zijn er veel overeenkomsten te ontdekken.
Mattheus is misschien geschreven door een leerling van Jezus. Hij was van sommige gebeurtenissen ooggetuige. Hij kwam wel later bij de groep, maar hij heeft de verhalen uit de eerste hand.
Hij heeft zijn verhaal geschreven voor christenen uit joden. Hij verwijst meer dan anderen naar de wetten die in het Oude Testament geschreven zijn en vertelt dat Jezus deze regels heeft vervuld.
In de Bergrede (hoofdstuk 5) staat het als volgt: Jullie moeten goed weten met werk doel ik gekomen ben. Ik ben niet gekomen om de wet van Mozes en de andere heilige boeken weg te doen. Ik ben gekomen om hun echte betekenis te laten zien.
In hoofdstuk 1 wordt de stamboom van Jezus beschreven. Deze stamboom is opgedeeld in 3×14 generaties. En in deze stamboom worden ook vrouwen genoemd. Zij hebben een cruciale rol gespeeld in de geschiedenis van God met mensen. Zij maken daarom ook deel uit van deze stamboom.
Hoofdstuk 2 beschrijft de geboorte en de beginjaren van Jezus. Het is leuk om dit verhaal te vergelijken met de geboorteverhalen uit Lucas. Samen vormen ze het geboorteverhaal zoals wij dat vaak te horen krijgen. Uit elk van beide boeken zijn elementen gehaald.
In hoofdstuk 3 wordt het werk van Jezus voorbereid door Johannes de Doper. Er is hier geen sprake van een familieband, zoals dat in Lucas het geval is.
Vanaf hoofdstuk 4 begint Jezus met zijn werk en kiest hij zijn leerlingen uit.
In de hoofdstukken 5 t/m 7 staat de zogenaamde Bergrede. Een reeks van lessen die Jezus op een berg heeft uitgesproken tegen zijn leerlingen en de mensen die met hem meetrokken. Maak ook hier eens een vergelijking met de uitspraken over het ware geluk in hoofdstuk 5 met de zaligsprekingen uit Lucas (Lucas 6 vanaf vers 17). Dat mag natuurlijk ook als je met Lucas bezig bent. In hoofdstuk 6 van Mattheus vind je het gebed dat wij ook nog bidden: Het Onze Vader.
In de hoofdstukken 8 en 9 laat Jezus door allerlei wonderen zien wie Hij is en hoe hij het Koninkrijk van God op deze aarde zichtbaar wil maken
In hoofdstuk 10 worden de leerlingen op weg gestuurd om Jezus overal bekend te maken. Maar wat moeten ze doen als ze niet welkom zijn?
In hoofdstuk 11 speelt Johannes weer een rol. Dit hoofdstuk gaat over de vraag of Jezus de Messias is die het volk verwachtte.
Jezus verwijst naar wat hij laat zien.
In hoofdstuk 12 onstaat er discussie met andere geestelijken in de omgeving van Jezus. Ze beschuldigen hem van van alles en nog wat.
In hoofdstuk 13 geeft Jezus veel voorbeelden om het Koninkrijk van God begrijpelijk te maken voor de mensen om hem heen. Zogenaamde gelijkenissen. De voorbeelden die Jezus gebruikt, zijn beelden die bij de mensen herkenning oproepen, ook al is dat bij ons misschien niet meer zo.
In hoofdstuk 14 wordt de dood van Johannes de Doper beschreven. Jezus is erg van slag van dat nieuws, maar is ook weer beschikbaar voor mensen die hem nodig hebben.
In de hoofstukken 15 t/m 18 ontstaan er weer discussies met de religieuze groeperingen. Jezus vertelt ook hoe het zal gaan in het Koninkrijk van God (in de BGT de nieuwe wereld genoemd). De dingen die Jezus daar noemt, zetten de normale orde behoorlijk op zijn kop.
Hoofdstuk 20 is de opmaat richting het eind. Jezus gaat naar Jeruzalem. Onderweg geeft hij ook weer veel voorbeelden. Ook vertelt hij wat er met Hem gaat gebeuren als hij in Jeruzalem is.
In hoofdstuk 22 vat Jezus de wet van Mozes samen in een paar zinnen. Veel makkelijker om te onthouden. In hoofdstuk 23 uit Jezus wederom felle kritiek op de religieuze groeperingen.
In hoofdstuk 24 en 25 draait het om de nieuwe wereld. Wat moet je doen om daar binnen te komen? Wat gaat daar gebeuren. Jezus gebruikt weer voorbeelden, omdat het anders lastig is om te begrijpen. In hoofdstuk 26 t/m 28 staan de verhalen waar het met Pasen allemaal om draait. De gevangenneming van Jezus, Zijn veroordeling, zijn dood en Zijn opstanding.
Mattheus eindigt met een hele mooie belofte: Ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt.
Veel leesplezier deze week.
drs. Alette Dijkslag, Zwolle