Leeshulp week 21

Op deze pagina zal iedere leesweek een leeshulp worden geplaatst. Een team van theologen uit verschillende kerken zal daarin gedachten meegeven die je kunnen helpen bij je leestocht.

Leeshulp – week 21               21 – 28 juni 2015  

Psalm 129-150 en Spreuken 1-14

Waarom 150 psalmen?
Wie nu dagelijks een hele rij psalmen leest vraagt zich dat misschien wel eens af. Ze zijn ook niet geschreven om gelijk achter elkaar te lezen. Het zijn tenslotte allemaal gebeden en gebedsliederen, die in plaats van de dierenoffers zijn gaan functioneren. Dierenoffers werden gebedsoffers. Wat dat betreft bidden en offeren de deelnemers aan de Bijbeluitdaging deze weken heel wat af.
Ik heb iemand eens horen zeggen dat er 150 psalmen zijn zodat er voor ieder volk op aarde (70 stuks) tenminste twee gebeden zijn, om dag en nacht mee door te komen. En dan houd je voor iedereen er nog 10 over, verwijzend naar de Tien Geboden die voor alle volken gelden.

Vertellen is ook tellen en tellen is ook vertellen
‘Ja’, denk je, ‘zo kan ik het ook!’ Dat klopt en misschien is dat ook wel de bedoeling dat jij zelf met de teksten aan de gang gaat.
Volgens de joodse traditie zijn er namelijk zeventig manieren om de Bijbel uit te leggen. Waarom zeventig? Omdat er in Genesis 10 totaal zeventig volken genoemd worden. Zeventig is dan het getal voor alle volken op aarde, de hele wereldbevolking.
Bovendien nam Mozes zeventig oudsten mee de berg op nam, zeventig mensen om hem te helpen om de Wet van God te ontvangen en uit te voeren (Exodus 24:1). Niemand kan dus alleen het woord van God (uit)dragen. Ook Jezus en de schrijvers van het NT zullen daaraan gedacht hebben als Jezus tweeënzeventig leerlingen erop uitstuurt (Lucas 10:1).
Een rekenfout van Jezus? Waarom twee extra? Dat heeft waarschijnlijk te maken dat Jezus en de Bijbelschrijvers het OT echt heel goed kenden en gelezen hebben.
In Numeri 11 staat namelijk een verhaal over zeventig oudsten van het volk die door Gods Geest zijn bezield om leiding te geven. Maar dan blijken er plotseling nog twee extra door Gods Geest bezield te zijn die ook profeteren en gaan uitleggen wat God bedoelt. Mozes wijst die twee niet af, maar zegt: ‘Ik zou willen dat iedereen zo zou spreken namens God, zo zou profeteren, en zich voor deze goede boodschap zou inzetten.’
Dat zegt misschien dat om de Bijbel uit te leggen, God iedereen kan gebruiken, ja zelfs ook mensen van wie je het niet verwacht.

Psalm 137: een moeilijk lied
Dr. Piet Schelling behandelt deze psalm in zijn boekje omdat er iets staat over kinderen die moeten sterven op de rotsen (vers 9).
Kopieer en plak bijgaande link in je browser voor meer info over dit boekje:
http://ds1.nl/c/?wi=33823&si=1086&li=69835&ws&dl=shop_details.php%3Fean%3D9789023970064

Ik ontdekte dat de Bijbel in Gewone Taal (BGT) dit wat verstopt is. Daar staat “Gelukkig zijn de mensen die jouw inwoners grijpen en ze allemaal vernietigen.” Ook wel hard maar lang niet zo hard als het bijvoorbeeld in de Nieuwe Bijbelvertaling staat: ”Welzalig is hij die uw kleine kinderen grijpen en tegen de rots verpletteren zal.” In het Hebreeuws staat er toch echt het woord ‘kinderen’. Ik zal de redactie van de BGT vragen waarom dit zo vertaald is, vonden zij dit echt te ver gaan?

Context
De uitleg van Piet Schelling vat ik heel kort samen. De auteur van deze psalm hoorde bij de ballingen in Babel of identificeerde zich daarmee. Babel is het volk dat de tempel in Jeruzalem had verwoest (586 v.Chr.) en gruwelijk heeft huisgehouden onder haar bevolking. In Klaagliederen klaagt de dichter dat de hongersnood zo groot was dat vrouwen overwegen hun eigen kinderen op te eten (Klaagliederen 2:20). Met die vreselijke beelden voor ogen schrijft hij Psalm 137. Het lied lucht hem op want het geeft ruimte aan gevoelens van verdriet, pijn, woede en wrok. En als je zelf in zulke extreme omstandigheden zit, zou jij dan niet je vijand het ergste toewensen en wat is erger dan iemand zijn kinderen iets aandoen? Die context is geen verzachtende omstandigheid maar helpt wel om de dichter te begrijpen zonder zijn wrede woorden letterlijk over te nemen.

Boemerang
De psalmist wenst dat het kwaad dat Babel heeft gedaan op zijn eigen hoofd neerkomt. Het doet ook een beroep op het rechtvaardigheidsgevoel dat wij ook kennen: kwaad moet wel bestraft worden. Tegelijk bevat deze tekst ook het boemerangsprincipe: wat voortkomt uit jouw handen en mond slaat vroeg of laat altijd weer op jezelf terug. Misdaden moeten en zullen worden bestraft. In onze tijd door de rechtsregels van de rechtsstaat en bij misdaden van en door volken door de internationale rechtspraak.

Boven de letterlijkheid uit
Eén van de zeventig manieren van bijbeluitleg is de symbolische. Kinderen staan in de Bijbel behalve voor kinderen ook voor de toekomst. Zonder kinderen geen toekomst. ‘Kinderen verpletteren’ kun je dan ook lezen het kwaad van Babel geen toekomst wensen. De les daaruit is dan wie doet wat Babel doet, snijdt de draad van zijn eigen toekomst door. De nadruk komt dan meer te liggen op de gevolgen van de eigen daden en minder op wraakacties want die leiden vaak alleen maar tot nog meer geweld.
Als we kinderen zien als beeld van de toekomst, zien we ook nu nog allerlei voorbeelden in onze dagen waar mensen de toekomst van zichzelf en anderen vernietigen.

Getal tien in Psalm 150
Om even wat luchtiger te eindigen ook in het kort iets over Psalm 150.
Bij veel psalmen zou ook iets over getallen te zeggen zijn of over de kunstige compositie en klankcombinaties in het Hebreeuws, herhalende beginletters enz. Dat voert nu te ver. Maar een klein voorbeeld uit Psalm 150. Het eerste en laatste Halleluja horen niet tot de Psalm zelf maar zijn begin- en eindakkoord. Daartussen blijven dan tien oproepen over om God te loven. Die verwijzen dan naar de tien zinnen die God gebruikt om hemel een aarde te scheppen en naar de Tien Geboden om mee te leven. Tien is ook het getal van de volledigheid. Denk aan de tien vingers aan onze handen. ‘Hand’ is bovendien ‘jad’ in het Hebreeuws, dat woord begint met de tiende letter van het Hebreeuwse alfabet en heeft ook als getalswaarde tien.
Met andere woorden wie tot tien kan tellen, is levenswijs om het in de trant van Pythagoras te zeggen. Ik zelf moet ook denken aan ‘wie tot tien kan tellen, kan de hele wereld bellen!’ Met de Tien Woorden op zak kom je de hele wereld over!

Over de Spreuken
Daarover zal collega Ina de Boon volgende week meer schrijven. Nu alvast wat info in het kort.
Veel spreuken worden aan koning Salomo toegeschreven. Hij is immers de koning die volgens de Bijbelse verhalen goed was in wetenschap en levenskunst (1 Koningen 5:12-14). De vermelding van zijn naam onderstreept vooral het karakter en het belang van de tekst. Maar ook van andere wijzen, zelfs van buiten Israël, zijn spreuken opgenomen.
Rond de tweede eeuw voor Christus was de redactie van dit boek af.

In dit boek gaat het vooral om praktische wijsheid en levenskunst: spreuken over de omgang met mensen in allerlei verhoudingen en situaties, goede manieren, eerlijkheid en betrouwbaarheid in het zakendoen. De gedachte daarbij is: het wonder van Gods wijsheid schuilt in het alledaagse.

“Onze wijzen leerden: Laat een spreuk niet gering van waarde zijn in je ogen, want door middel van een spreuk kan de mens zich meester maken van de woorden van de Tora. Indien een koning goud of een kostbare parel verliest, vindt hij het dan niet terug door middel van een goedkope lampenpit? Laat zo een spreuk niet gering zijn in je ogen, want door een spreuk dring je tot de ware betekenis van de woorden van de Tora door.” (Sjier haSjitiem Rabba I,8).Dat we allemaal maar heel wijs mogen worden!
                                                                                                                         ds. Jochem Stuiver, Ontmoetingskerk Maarssen

Geplaatst in Leeshulp Bijbeluitdaging 2015.