Jozua een profeet? Het boek Jozua word in de Tenach (Joodse uitgave van de Bijbel) gerekend tot de profetische boeken. Je zou dus denken dat Jozua zelf een profeet van de Heer is. Toch wordt hij zo nergens genoemd. In de hele Tenach wordt Jozua nergens als ‘profeet’ aangeduid. Dat is bij alle andere profeten wel het geval. Waarom is dat, waarom wordt Jozua zelf geen profeet genoemd? Dat heeft met het geweld te maken. Volgens de rabbijnen verdient iemand die een man van oorlog is niet de eretitel profeet. Maar…. zegt de slimme bijbellezer, onder bijvoorbeeld Mozes werd toch ook oorlog gevoerd en toch staat er van Mozes ”nooit heeft Israël een profeet gekend als Mozes met wie de Heer zo vertrouwelijk omging” (Deut: 34:10). Wat is dan het verschil tussen Mozes en Jozua? Mozes zelf deed nooit aan oorlogshandelingen mee. In de strijd tegen Amalek is het Mozes die bidt terwijl Jozua de strijd aanbindt ( Exodus 17:9). Daarom geldt Mozes als een profeet en Jozua niet.
Tempel en zwaard zijn onverenigbaar
In het joodse denken zijn het heiligdom en het zwaard principieel onverenigbaar en mogen zich nooit verbroederen. Daarom is profetie onverenigbaar met oorlog, zelfs niet met oorlogen die door God zelf zouden zijn geboden. Waarom mocht koning David -waar we straks nog over gaan lezen – ‘een man naar Gods hart’ – genoemd de tempel niet bouwen? Omdat hij het zwaard had gehanteerd, hij had bloed aan zijn handen. Ik heb zelf ook nog geprofiteerd van de gedachte dat tempel en zwaard niet samengaan. Toen ik theologie ging studeren hoefde ik niet in militaire dienst omdat ik werd opgeleid voor ‘een menslievend ambt’. Zo stond dat te lezen in een brief van de minister van defensie die ik toen kreeg.
In de tempel is geen zwaard
Als je met die kennis dat zwaard en tempel niet samengaan denkt aan verhalen in het Nieuwe Testament die zich ook in de tempel afspelen, uit welk optreden van Jezus in de tempel blijkt dat? Er is een verhaal over Jezus dat laat zien dat er een verbod was op wapens in de tempel. Zie Johannes 2:13-15. Jezus drijft de handelaren de tempel uit met een touw en geen stok of wapen. Hij moest het ‘wapen’ eerst zelf maken! Dat werpt ook een ander licht op het feit dat Jezus zo vaak in de tempel leerde. Dat was ook de enige plek waar geen wapens waren toegestaan, dus daarom lees je ook telkens dat ze Jezus zoeken buiten de tempel, en in de nacht, zonder de ‘bescherming van de tempel’ om Hem op te pakken. De tempel was dus een hele veilige plek voor Jezus.
Geweld toegestaan?
Deut. 20:16 en 17: In de steden mag je geen enkele ziel in leven laten. Jozua 6:20 en 21: Iedereen wordt omgebracht. De rabbijnen hebben uiteraard ook met deze teksten geworsteld. Ze beginnen dan met te stellen dat God het land had uitgekozen om er een volk te laten wonen dat voorbeeldig kan zijn voor alle volken van de aarde. Voorbeeldig niet alleen in zijn slagen maar ook in zijn falen. De Kanaänieten konden dat niet zijn met hun kinderoffers en afgodendienst. Er moest een volk komen dat de elementaire geboden van menselijkheid hoog hield. Een volk wat duidelijk kon maken wat het doel van het menselijk leven op aarde is: het realiseren van een wereld van vrede en gerechtigheid, een wereld waarin God zelf zou kunnen wonen. Ook Israël wordt er telkens op gewezen dat het haar recht op het land verspeelt als zij ongerechtigheid bedrijft. En meer dan eens gebeurt dat ook. Toch houdt ook God hen dan de belofte voor dat het eens zal kunnen terugkeren. Dankzij die belofte blijft er een plaats en een volk op aarde dat de opdracht tot menselijkheid belichaamt, een volk waaraan falen en slagen kan worden afgelezen. Zo blijft Israël een toetssteen voor alle volken in al zijn grootheid en ellende tot op de dag van vandaag. Maar niet alleen Israël wordt getoetst. Ook alle volken worden getoetst in hun verhouding tot Israël en daarmee in hun verhouding tot de opdracht die voor alle mensen geldt.
Waarom het zwaard?
Waarom dan met het zwaard? Volgens de rabbijnen omdat het niet anders kon, de bijbel is een realistisch boek. Het houdt de mensen het ideaal van vrede voor maar die vrede moet wel worden gerealiseerd. Vrede is het allerbelangrijkste in de bijbel daar eindigt ook de zegen mee. “De Heer zegene U …. en geve u vrede” (Numeri 6:24-27). Maar geweldloosheid kan niet altijd vrede brengen. Nietsdoen houdt soms ook het geweld in stand zeggen de rabbijnen en maakt je tot een passief geweldpleger. Je had immers het geweld kunnen voorkomen. Het is een dilemma: ‘De militarist verzwijgt de gruwelen van de oorlog, de pacifist verzwijgt de gruwelen van de vrede die onmenselijkheid laat voortbestaan’.
Regels voor oorlogvoering
Er gelden voor het volk Israël wel regels voor het oorlogvoering. Zo kun je in Deuteronomium 20:10 lezen dat ze altijd eerst vrede moeten aanbieden. Eerst moet altijd de weg van de vrede worden gezocht. Die opdracht krijgt het volk ook als ze tegen de volken van Kanaän ten strijde trekt. Er gelden dus strenge oorlogsregels, net zo goed als we nu ook oorlogsstrafrecht kennen. Geen fosfor gebruiken in dichtbevolkte gebieden bijvoorbeeld. De oorlogsvoering zelf moet vervolgens ook aan allerlei regels voldoen. Vruchtbomen mogen bijvoorbeeld niet worden omgehakt (Deut. 20:19). En de Talmoed (mondelinge leer) verbiedt een volledige omsingeling van de stad. Het mag aan drie kanten worden omsingeld maar de vierde zijde moet altijd vrij blijven om gelegenheid te geven tot vluchten. Net zo goed als Rachab en haar huis gelegenheid krijgt om te vluchten voor het geweld. Door al deze regels duurden de oorlogen die Jozua voerden ook 7 jaar.
Oorlog kan nooit heilig zijn
Dat is een verschil met oorlog in veel andere religies. In het jodendom wordt oorlog nooit iets heiligs of verhevens. Ze spreekt ook nooit over martelaren van de oorlog. Het is altijd een verschrikkelijke en paradoxale keuze. Dat oorlog voor hen niet iets heiligs is blijkt ook uit het feit dat je daardoor ‘onrein’ wordt. De strijders moeten zich na de strijd buiten het kamp afzonderen. Letterlijk staat er:” ieder van jullie die iemand heeft gedood moet zich op de derde en zevende dag ont-zondigen zowel jullie als jullie krijgsgevangenen” (Numeri 31). Doden is en blijft dus een zonde (denk ook aan de 10 geboden!). Oorlog bezoedelt dus altijd ook al wordt hij gevoerd om uiteindelijk menselijk leven op aarde mogelijk te maken. De vraag is niet of er ooit geweld gebruikt mag worden. De vraag is hoe we zo met geweld omgaan dat er een wereld van vrede en zonder geweld kan ontstaan.
Jochem Stuiver predikant Ontmoetingskerk Maarssen